Competenties opleiding begeleider jongerenberaad

A – Kennis

De gespreksleider:

  • is vertrouwd met de uitgangspunten van de socratische methode en van de praktijkwijzer Toekomstdenken
  • kent de klassieke opvattingen rond het begrip meesterschap en bijbehorend filosofisch gedachtengoed
  • heeft basale kennis van enkele filosofische vragen in verschillende deelgebieden van de filosofie, die in overleg worden vastgesteld. Denk aan gebieden als ethiek (Wat is het goede?), sociale en politieke filosofie (Wat is rechtvaardigheid?), wetenschapsfilosofie (Wat is wetenschap?), kennistheorie (Wat is kennis?), filosofische antropologie (Wat is een mens?) en esthetica (Wat is schoonheid?).
  • heeft basale kennis van enkele filosofische vragen in verschillende deelgebieden van de filosofie, die in overleg worden vastgesteld. Denk aan gebieden als ethiek (Wat is het goede?), sociale en politieke filosofie (Wat is rechtvaardigheid?), wetenschapsfilosofie (Wat is wetenschap?), kennistheorie (Wat is kennis?), filosofische antropologie (Wat is een mens?) en esthetica (Wat is schoonheid?).


B – Vaardigheden

De gespreksleider:

  • past deze kennis in het gesprek toe zonder inhoudelijke overwegingen aan te reiken
  • geeft de deelnemers duidelijke spelregels en instructies
  • structureert, faseert en regisseert het groepsdenkproces en houdt orde, rust en overzicht
  • brengt de deelnemers tot welwillend en vrijmoedig denken en spreken
  • is een voorbeeld in:
    I)      het waarderen en inspireren van de deelnemers
    II)     het initiëren van betrokkenheid en samenwerking
    III)    een kritische, open en onderzoekende houding
    IV)    nauwkeurig luisteren
    V)     het zich verplaatsen in gedachten, gevoelens en verlangens van anderen
    VI)    het bewaken van eenduidigheid en het stellen van vragen
    VII)   een beknopte en concrete spreektrant
  • brengt de deelnemers ertoe hun oordeel voor de duur van het onderzoek op te schorten
  • waarborgt de inhoudelijke voortgang zonder dat de deelnemers fases overslaan of vroegtijdig definities formuleren
  • bewerkstelligt dat het onderzoek van de deelnemers tevens een zelfonderzoek is
  • werkt met verschillende soorten hulpvragen en verschillende vormen van feedback
  • is in staat vooronderstellingen te onderscheiden
  • leidt adequaat af wat deelnemers bezighoudt en formuleert daarmee corresponderende vragen
  • heeft oog voor groepsdynamiek en is sensitief in verbale en non-verbale communicatie
  • waarborgt een atmosfeer van vertrouwen en relatieve veiligheid
  • reageert adequaat op signalen van onveiligheid
  • waarborgt afstand van kortetermijnbelangen en zorgen van alledag
  • bewaart distantie ten aanzien van de deelnemers