Waardenoefening

WAARDEN

(Uit: Filosoferen aan de keukentafel, Rudolf Kampers & Jan Ewout Ruiter, Scriptum 2015)

‘Cheshire Kat,’ vroeg Alice. ‘Wil je mij alsjeblieft vertellen welke kant ik op moet vanaf hier?’ ‘Dat ligt er voornamelijk aan waar jij naartoe wil,’ zei de Kat. ‘Dat kan mij niets schelen,’ zei Alice. ‘Dan doet het er niet toe welke kant je opgaat,’ zei de Kat.[1]

Lewis Carroll (1832–1898)

Stel jezelf de vraag Wat vind ik heel belangrijk in mijn leven? en je krijgt minimaal één waarde als antwoord. In ieder filosofisch gesprek komen waarden aan de orde. Een waarde is iets dat je belangrijk vindt. Iets dat je aan het hart gaat. Waarden zijn het waard om na te streven; ze geven richting en zin aan je leven, bepalen je gedachten en sturen je gedrag. Juist doordat waarden zo belangrijk zijn voor jouw bestaan, kun je ze alleen baseren op een persoonlijk oordeel. Dat oordeel spreekt niet vanzelf. Socrates stelde dat het voeren van filosofische gesprekken hoort bij de morele opvoeding[2] van ieder mens. In zijn redenering is het zinloos iemand waarden op te leggen. Als je wilt dat iemand tot keuzes komt, is het stimuleren van onderzoek volgens Socrates de beste manier.


Waarden en normen

Normen zijn afspraken over gedrag. Het zijn concrete regels of richtlijnen hoe je je ‘normaal’ gedraagt op school, thuis of op je werk. Normen zijn afgeleid van waarden. Als je thuis niet met eten mag gooien, hechten jullie waarschijnlijk waarde aan orde en hygiëne. Wie een norm rechtvaardigt, doet uiteindelijk een beroep op een of meer waarden.

Waardenoefening

1        Minimaal twee deelnemers, liever meer, nemen pen en papier

2        Noteer zonder bij anderen te kijken de vijf waarden die jij het belangrijkst vindt in je leven. De belangrijkste waarde komt bovenaan. Zodoende maak je je eigen waarden top-5.

3        Vertel elkaar om de beurt wat je waarden zijn. Leg met behulp van argumenten aan de ander uit waarom iedere waarde in jouw persoonlijke top 5 is opgenomen en leg ook uit waarom de ene waarde hoger in de rangorde staat dan de andere. Vraag waar nodig verduidelijking

4        Ga na welke waarden in een nieuwe, gezamenlijke top 5 moeten komen – en waarom. Het kan gaan om waarden die eerder al hoog stonden, maar ook om een nieuwe waarde

5        Noteer bij ieder van deze vijf waarden twee normen waaraan alle deelnemers zich volgens jou moeten houden. Een norm begint vaak met ‘Je moet…’ of ‘Je mag niet…’

6        Bepaal gezamenlijk welke normen opgenomen moeten worden in jullie gezamenlijke moraal. Iedere deelnemer moet de normen van deze moraal beschouwen als ‘normaal’.


Een geschikte uitgangsvraag voor een filosofisch gesprek is: ‘Wat is waarde X?’. Iedere waarde kan in een filosofisch gesprek onderzocht worden, dus ook de waarden die in bovenstaande waardenoefening zijn besproken.

Mogelijke vragen om over te filosoferen:

1        Wat is … (waarde X)? (doe eerst bovenstaande waardenoefening!)

2        Wat is zelfwaardering?

3        Wat is overwaardering?

4        Wat is geluk?

5        Wat is ‘iemand in zijn waarde laten’?


[1] Carroll, Lewis. Alice’s Adventures in Wonderland. MacMillian Children’s Books London 1983, p. 83

[2] Morele opvoeding is het (aan)leren van moraal. Moraal is de verzameling van waarden en normen binnen een gemeenschap (gezin, vereniging, school, bedrijf, land, …).